Blog: Rijke bloei van een gewone knol
Wat zijn er toch veel heel gewone, maar o zo mooi bloeiende bollen en knollen. Neem de begonia. Een meer alledaags voorbeeld is er bijna niet. Begonia’s komen van oorsprong uit de warme en bosrijke gebieden van Zuid en centraal Amerika, Afrika en Azië. Ze behoren tot het geslacht van de Begoniaceae, vernoemd naar Michel Begon (1638-1710), een Fransman die zich heeft ingezet voor de botanische wetenschap en zelf een verwoed plantenverzamelaar was. Michel Begon was gouverneur op Haïti ten tijde dat de Franciscaner monnik Charles Plumier reizen ondernam naar de Franse Antillen en daar een groot aantal begonia’s ontdekte, die hij later ook beschreven heeft in een uitgebreid boekwerk. Afbeeldingen op zijden stoffen en porseleinen aardewerk uit China wijzen erop dat de begonia in die streken al in de 14e eeuw bekend moet zijn geweest. Wonderlijk genoeg is de begonia pas aan het eind van de 18e eeuw in Europa terechtgekomen., waar de plant al snel furore maakte. Kwekers en veredelaars erkenden de waarde van de begonia als sierplant en wisten in korte tijd met gericht kruisen en selecteren een grote verzameling cultivars op de markt te brengen. Omdat er dringend behoefte was aan nieuwe soorten(species), ondernamen botanici en andere plantenkenners reizen naar de oorspronkelijke vindplaatsen. Het aantal in de natuur gevonden soorten is in twee eeuwen opgelopen tot bijna duizend. Het zal duidelijk zijn dat het huidige sortiment voornamelijk tot stand gekomen is door vele kruisingen, waarbij vooral kwekers op de lichte zandgronden rondom Gent in België een belangrijke rol hebben gespeeld. Nog steeds vormt die streek het centrum van de knolbegoniateelt. Bijna de helft van de wereldproductie is afkomstig uit Vlaanderen. Begonia’s worden vaak ingedeeld naar hun uiterlijk, zoals bladbegonia’s, grootbloemige knolbegonia’s, struikbegonia’s, hangbegonia’s, kamerbegonia’s, eenjarige begonia’s en kleinbloemige knolbegonia’s. Die laatste soort wordt begonia multiflora genoemd en heeft, zoals de naam aangeeft, heel veel bloemen. De knollen van deze soort zijn vrij klein en niet winterhard, maar wel gemakkelijk in een beetje potgrond of turfmolm te bewaren. Je hoeft de bollen pas in april te planten, hetgeen als voordeel heeft, dat ze niet kunnen bevriezen. Plant ze bij voorkeur in potten of schalen, zodat ze met hun lage, compacte bloeiwijze op terras of balkon goed tot hun recht komen. Begonia multiflora begint pas na half juli te bloeien. Dat is vrij laat, maar daarna bloeien ze, ongeacht de weersomstandigheden door tot de eerste nachtvorsten in oktober. Ze bloeien uitbundig in de kleuren rood, oranje, geel en roze. Er zijn jaren geweest dat Begonia multiflora bijna niet te koop was, maar gelukkig zijn kwekers erin geslaagd weer een partij op te kweken en kunnen we weer genieten van de roodbloeiende Flamboyant, Le Madelon met roze bloemen en de Helene Harms, die geel bloeit. De multiflora met oranje bloemen heet Gents Juweeltje, toepasselijk vernoemd naar het epicentrum van de begoniateelt.
Betsy
Geplaatst op 15-08-2018