Blog overzicht
Bonentijd
Geplaatst op 13-08-2015
Bruine bonen, witte bonen, citroenbonen, slabonen, sperziebonen, stokbonen, snijbonen, pronkers. Kunt u er nog wijs uit worden? Voor de echte moestuinierder is het allemaal gesneden koek, maar de leek ziet soms door de bonen het bos niet meer. Wat is nu eigenlijk het verschil tussen slabonen en sperziebonen en waarom heten ze zo? Punt 1. Er is geen verschil tussen slabonen en sperziebonen. De handel spreekt meestal over slabonen, de groenteboer en de consument over sperziebonen. Ze worden ook wel prinsessenbonen of herenbonen genoemd. Punt 2.De naam is afgeleid van asperges. Dat heeft te maken met het feit, dat bonen nadat ze gekookt zijn vaak worden nagegaard in boter, zoals ook met asperges. Er gaat niets boven een lekker maaltje verse sperzieboontjes op je bord. Zo van het land in de pan en na een kwartiertje..smullen maar. Bonen telen is niet zo heel moeilijk, alhoewel het mij dit jaar niet is gelukt. Maar dat heeft te maken met de konijnenplaag in onze buurt. Zodra een boon boven de grond verschijnt, is er een konijn in aantocht. En als er één is volgen er meer. Bonen kun je op twee manieren telen: als pol en aan de stok. Als je polbonen maakt, dan leg je de bonen in rijtjes of in groepjes van 3-5. Je laat ze vervolgens groeien als een struikje. Stokbonen laat je de hoogte in groeien langs rijshout of bonenhout. Stokbonen hebben als voordeel dat je bij de oogst niet hoeft te bukken. Vaak heb je ook een hogere opbrengst. Nadeel is dat je in korte tijd moet oogsten. En waar laat je dan al die bonen? Bewaren is geen optie. Ze zijn in een week slap. Invriezen of op de ouderwetse manier wecken vind ik ook geen oplossing. De smaak is eraf. Dus blijft over: veel weggeven. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan polbonen. Ze zijn iets fijner van structuur en dat komt de smaak ten goede. Dit jaar eten we geen bonen uit eigen tuin. Onze vrienden van zorgboerderij Het Witte Water hebben ze in overvloed. We eten er lekker van mee. Info: http://www.hetwittewater.nl
Betsy
'n Zonnig koppie
Geplaatst op 05-08-2015
Tien tegen één dat je bij 'Coupe Soleil' aan een zomerkapsel denkt en niet aan een bloem. Toch staat er bij ons op de kwekerij een dahlia met die naam stralend te bloeien. In de knop kleurt de bloem oranje, maar dat zijn de buitense bloemblaadjes. Het binnenste van de bloem is wit. Als de bloem helemaal open is, ligt er een witte dot op een oranje ondergrond. Heel bijzonder. De dahlia komt oorspronkelijk uit Mexico, waar de Azteken zowel de bloem, het loof als de knol gebruikten. De bloem duikt pas aan het eind van de achttiende eeuw op in Europa. De botanische tuinen van Madrid hebben die primeur en daar wordt de bloem vernoemd naar Andres Dahl, een botanicus en leerling van Linnaes. De dahlia wordt door de lange en uitbundige bloei al snel een geliefde plant in Europa. Ook het kweken van nieuwe soorten bleek gemakkelijk en dus was het niet vreemd dat in rap tempo tientallen nieuwe kleuren en vormen verschenen. Zo'n 20-30 jaar geleden ging het een beetje bergafwaarts met de populariteit van de dahlia. De bloem kreeg een oubollig karakter en werd vooral in verband gebracht met ouderwetse boerentuinen, waar ze dienden als haag langs een oprit of als afscheiding tussen bloemen- en moestuin. Het bloemenlandschap veranderde in die jaren snel. Boerenerven verdwenen, moestuinen waren passé en de burger had geen zin meer in de werkjes die horen bij het houden van dahlia's. Denk aan het planten van de knollen, het opbinden van de bloemen, het rooien van de knollen in het najaar, het vorstvrij bewaren in de winter. En dan al die oorwormen tussen de bloemblaadjes. Als je iemand een bosje dahlia's gaf, moest je wel eerst de bloemen goed uitschudden, want anders bracht je meteen oranje/bruin glimmend ongedierte mee. De kwekers zaten niet stil. Ze bedachten een oplossing voor al die ongemakken: dahlia's op de pot. Dit voorjaar hebben we tientallen soorten opgeplant in 3-liter-potten. Groenbladige en donderbladige, hoge en lage soorten. Ze bloeien nu. Wat een gemak. Je koopt een paar potten en je hebt kleur op je terras. En heb je na de vakantie een paar kale plekken in de tuin, dan zet je er gewoon een paar potten bloeiende dahlia's tussen. Je tuin kan weer mee tot aan de winter. De 'Coupe Soleil' is een blikvanger, die je, net zoals het gelijknamige zomerkapsel, met zijn warme zonnige gloed tegemoet straalt. Info: http://users.skynet.be/foto.albert/Tips/Tips.htm
Betsy
Gezelligheid
Geplaatst op 02-08-2015
Gisteravond reed ik naar mijn moeder. Bij Oud Reemst zag ik dat neef Johan bezig was met het maaien en dorsen(combinen op z'n engels) van het te velde staande gewas. Onmiddellijk schoten mijn gedachten tientallen jaren terug in de tijd. Ik zag mezelf terug op de akkerlanden van Deelen, waar mijn ouders percelen bouwland hadden waar graan geteeld werd. Eind juli/begin augustus werd er geoogst en dan moesten mijn zus en broers helpen. Onze vader bestuurde de dorsmachine en zus Neeltje en ik stonden op de machine om te zorgen dat het graan in de goede zakken kwam. Het graan werd namelijk in de machine al geschoond (van het kaf ontdaan). Er waren vier aftappunten: twee voor het hele schone graan, één voor een mengsel van graan en kaf en één voor uitsluitend kaf. Bij een goede oogst liepen de eerste twee zakken altijd snel vol en dan moesten we hard aanpoten om op tijd de zakken de verwisselen en de volle zakken (zwaar) op zij te zetten. We stonden in de brandende zon met ook nog een loeihete machine achter ons. Geen pretje. Broer Wim reed met een tractor en een stroperser over het land om "balen te maken". Broer Gerrit en een paar jongens uit de buurt stapelden de balen meteen op wagens, zodat die 's avonds mee naar huis gereden konden worden. Ja, je was soms wel met tien man op het land. We waren dolblij als we onze moeder zagen aankomen: op de brommer met twee kleine broertjes achterop en een paar tassen met brood en koffie aan het stuur. Heerlijk pauze, eten, drinken en een poosje in de schaduw liggen. Bezoek op het land werd door ons altijd met vreugde verwelkomd, want dat betekende dat mijn vader even een praatje maakte en dan konden wij ook van de machine af en iets anders doen. Een beetje dollen, elkaar van de strobalen afduwen, een beetje uitdagen. Dat waren de leuke kanten van het werken op het land. Dus toen ik gisteravond langs Oud Reemst kwam moest ik daar weer aan denken. Wonderlijk hoe je je dan allerlei details herinnert zoals het prikkelende kaf, het scherpe stro op de blote armen, de geur van het land en het graan, de brandende zon. Maar ook hoe lekker ik de koude zwarte koffie vond, waar mijn moeder een schep zout door gedaan had. En dan 's avonds thuis boterhammen met gebakken ei en verse koffie met hete melk. Bij mijn moeder aangekomen haalden we samen die herinneringen op. Onze conclusie: het was wél een harde tijd maar ook gezellig.
Betsy