Blog overzicht
Zoetgeurende zomerbloeier
Geplaatst op 16-09-2024
Als je 's zomers en in de vroege herfst wilt genieten van een geurende terrasplant moet je eens aan een siergember (of gemberlelie) denken. Dat is niet hetzelfde als de gember die je bij de groenteboer koopt en verwerkt bij vleesgerechten of gebak, maar hoort wel tot dezelfde familie van de Zingiberaceae. De siergember noemen we Hedychium en de keukengember heet Zingiber officinalis. De naam Hedychium is afkomstig van het Griekse ‘hedy’ = zoet of aangenaam en ‘chium’’ = wit; een aangenaamd geurende en witbloeiende plant. Alle soorten gember en dat zijn er een ongeveer 50, komen van nature voor in Azië. De planten hebben dikke vlezige wortelstokken (rizomen) met allerlei uitsteeksels, die behalve van de keukengember, niet eetbaar zijn. De siergember is in de VOC-tijd in Europa geïntroduceerd, en werd zeker in Engeland al snel een erg geliefde kuipplant. Maar ook in Nederland wint deze imposante plant aan populariteit. De wortelstokken moeten in het voorjaar in een grote pot van 5-10 liter, gevuld met verse potgrond, worden geplant en op een warme plaats worden gezet. Ze zullen snel uitlopen en grote bladeren vormen. Zodra het gevaar voor nachtvorst geweken is kan de kuip naar buiten. Ze hebben in de groei- en bloeiperiode veel water en voedsel nodig. Het duurt een tijdje voor de bloemen verschijnen, meestal pas in augustus. De bekendste soort is Hedychium gardnerianum, vernoemd naar een botanist uit Sri Lanka. Deze soort heeft 25-40 cm lange bladeren, die doen denken aan een Canna. Als in augustus de grote geurende goudgele bloemen met rode meeldraden verschijnen heeft de plant een lengte bereikt van 2 meter. Siergember is te koop bij gespecialiseerde kwekers.Bij ons op de kwekerij staan er een paar te geuren en kleuren.
Betsy
Voorjaarsbloem op de vaas
Geplaatst op 21-01-2024
Tweede helft januari, het is hartje winter, maar de lente dient zich aan; het vroegste sneeuwklokje bloeit al een maand. Begin februari volgen winterakonieten, krokussen en blauwe druifjes. Het leuke aan die voorjaarsbolletjes is dat ze op allerlei onverwachte plaatsen de kop op steken. Dat komt omdat het verwilderingsbolletjes zijn. Die vermeerderen en verplaatsen zich spontaan, soms door broedbolletjes die door vogels ergens ander ‘geplant’ worden. Soms door muizen die de zaden een paar meter verder laten vallen. Zo ook hier op het kampeerveld. Nu we het blad aan het wegharken zijn zien we overal de eerste puntjes te voorschijn komen. En omdat het veld nu nog niet belopen of bereden wordt krijgen de bollen alle kans om te groeien. De bloemen van verwilderingsbolletjes zijn meestal klein en ook de bloemsteel is hooguit 15 cm lang. Dat maakt ze minder geschikt als snijbloem. Zoals u weet zitten Nederlandse veredelaars en kwekers nooit stil en zijn ze voortdurend op zoek naar verbetering en uitbreiding van het assortiment. Zou door kruising en selectie uit een van die vroege soorten een gewas met een langere bloemsteel gekweekt kunnen worden? En welke soort zou daarvoor geschikt zijn? Gespecialiseerde kwekers van blauwe druifjes (Muscari) is het gelukt bolletjes te kweken en op de markt te brengen, waarvan de bloem als snijbloem toegepast kan worden. Cultivars van Muscari armeniacum zijn daarvoor het meest geschikt. De soort heeft van nature een zeer compact bloemtrosje en de vele kobaltblauwe bloemen zijn voorzien van een mooi wit randje. De nieuwe selecties hebben een steellengte van 20cm. Samen met een takje van een uitbottende hazelaar kun je er een origineel boeketje van maken.
Betsy
Winterbloeiers
Geplaatst op 19-12-2023
Zaterdag stonden we met een fleurige kraam op de jaarlijkse kerstmarkt bij de kerk op Schaarsbergen. Ik zie u denken:een fleurige kraam in december?? Wat dacht u van bloeiende hippeastrum (in de volksmond amaryllis genoemd), witte en crèmewitte helleborussen (de echte kerstroos) en mooie tuincyclaampjes. Een en al kleur op de kraam. De Latijnse naam voor tuincyclaampjes is Cyclamen coum. De naam is afkomstig van de oude Griekse plantennaam ‘Kyklaminas’ (‘Kyklos’) d.w.z. kring of schijf, verwijzend naar de schijfvormige knollen. De toevoeging 'coum' is waarschijnlijk afgeleid van Coa (Oost-Cilicië) waar de soort veelvuldig voorkomt. Cyclamen coum heeft rond tot niervormig blad met een vrijwel gave rand. De bladeren kunnen allerlei tekeningen en kleuren vertonen, van effen of onregelmatig groen tot wit- of zilvergroen. Cyclamen coum bloeit van december tot eind maart in de kleuren wit met een karmijnen gloed tot diverse tinten roze en rozerood. De plant is volledig winterhard. Ze kan temperaturen verdragen tot -30 °C. Na de bloei sterft het blad helemaal af en is er niets meer te zien van dit bolgewas. Cyclamen coum vermeerdert zich door natuurlijke uitzaai. Dat maakt dit gewas bij uitstek geschikt voor aanplant in een informele bostuin. Het is een mooi gezicht in deze tijd van het jaar de tere bloempjes boven het bladerdek te zien. Een echte winterbloeier!
Betsy
De chocoladeplant
Geplaatst op 02-10-2023
De plant op de foto moet je eigenlijk in het echt zien om de schoonheid ervan te ervaren.De chocoladebruine kleur van de bloem komt op een foto niet zo goed tot zijn recht. We hebben het hier over de Cosmos atrosanguineus, een enigszins ingewikkelde naam voor een makkelijke en rijkbloeiende plant, waarvan de ondergrondse delen uit wortelstokken bestaan. Cosmos is het Griekse woord voor sierlijk of mooi. Atrosanguineus betekent donker(=atro)-bloedrood(=sanguineus). De plant was inheems in Mexico, maar is daar aan het begin van de twintigste eeuw uitgestorven. Gelukkig was de soort veertig jaar daarvoor in Noord-Amerika en Europa in cultuur gebracht, waardoor we er ook nu nog van kunnen genieten. Cosmos atrosanguineus behoort tot de familie van de Asteraceae, de composietenfamilie. Cosmos atrosanguineus wordt ongeveer 60-70cm hoog. De bloemen verschijnen aan de zijstengels en hebben een diameter van 4-5cm. Iedere bloem heeft meestal 8 bloemblaadjes. Het hart van de bloem heeft donkergele meeldraden. De plant verspreidt een lichte vanilleachtige geur die naarmate de dag vordert aan chocolade doet denken. Vandaar de Nederlandse naam chocoladeplant. Ook in andere talen wordt verwezen naar die geur. Cosmos atrosanguineus bloeit vanaf half juli tot half oktober. De plant is niet geheel winterhard en moet dus net zoals veel andere zomerbloeiers vanaf het najaar droog en vorstvrij bewaard worden. Aangezien Cosmos atrosanguineus geen zelfbestuiver is kan de plant alleen vermeerderd worden door het scheuren van de wortelknolletjes. Het stuifmeel is echter wel te gebruiken bij een kruising met dahlia’s. Veredelaars hebben zo nieuwe dahlia’s weten te kweken met dezelfde chocoladebruine bloemen, maar dan in een iets groter formaat. Voorbeelden daarvan zijn Dahlia Mexican Star en Dahlia Mexican Dark. Deze hebben ook geurende bloemen maar duidelijk minder dan de echte chocoladeplant, Cosmos atrosanguineus.
Betsy
Onze Amaryllis is......een Hippeastrum
Geplaatst op 01-02-2021
De naamgeving in het plantenrijk zorgt soms voor flinke onduidelijkheden. Dat is ook het geval bij de overbekende Amaryllis, die in de wintermaanden menige huiskamer opfleurt.
Vanaf het moment dat de eerste groene punt de bol ontspruit, kijken we iedere dag vol verwachting naar de snelle ontwikkeling. Hoe lang wordt de steel? Hoeveel bloemknoppen komen er? Zien we nieuwe bloemstelen? Maar, onze Amaryllis is helemaal geen Amaryllis. Onze Amaryllis is…. een Hippeastrum.
De echte Amaryllis komt uit Zuid-Afrika en behoort tot de familie van de Amaryllidaceae. Er is maar één soort bekend en dat is de Amaryllis belladonna. Hij wordt ook wel ‘belladonnalelie’ genoemd. Deze Amaryllis bloeit in augustus-september en staat het liefst in de tuin of in een pot op het terras. Het is dus een buitenbol, die vorstvrij moet overwinteren. Ik vermoed dat bijna niemand zo'n echte Amaryllis in zijn tuin heeft, en al helemaal niet binnenshuis.
De bol die in de winter voor onze ramen staat te pronken is een Hippeastrum, die eveneens tot de familie van de Amaryllidaceae hoort, maar tot een heel ander geslacht wordt gerekend. De Hippeastrum komt uit Midden- en Zuid-Amerika. De naam is afgeleid van het Griekse ‘hippeus’, ruiter, en ‘astron’, ster. Van dit geslacht zijn tientallen soorten bekend. Vroeger was de wetenschappelijke naam van Hippeastrum amaryllis en ja, zo krijg je verwarring.
De Hippeastrum is een binnenbol, die bij ons in de winter bloeit. Dat gebeurt niet vanzelf. We moeten de bol in bloei ‘trekken’. Daarvoor zetten we de opgepotte bol op een warme plaats. De nieuwste trend is om de bol ’droog’ in een glas of op een schaal te leggen. Ook op die manier komt de bol goed in bloei, zij het dat de bloemstengel veel korter en grilliger blijft en de bloemen zelf meer verfrommeld zijn. Maar ook dat heeft zo zijn charme. Moeilijker is het om de bol dusdanig over te houden, dat hij de volgende winter opnieuw bloemen geeft. Het belangrijkste is om uitgebloeide bloemen te verwijderen vóór ze zaad geven. Ook de bloemsteel moet op een paar centimeter na, afgeknipt worden. Plant de bol daarna op een warme plek in de tuin, liefst zo diep mogelijk, zodat de narcissenvlieg geen kans krijgt zijn eitjes bij de bol te leggen. De bladeren moeten zich goed ontwikkelen, want die zorgen ervoor dat de bol voedsel krijgt om een nieuwe bloemknop te maken. Pas als de bladeren afgestorven zijn, en dat is na de zomer, kan de bol gerooid worden en op een droge plek te drogen gelegd worden. Na een maand of twee kan de bol weer opgepot en binnen in de warmte worden gezet.
Hoe weet je of jouw Amaryllis een Amaryllis is of een Hippeastrum? De bloemstengel van de Amaryllis is gevuld en die van de Hippeastrum is helemaal hol. Wedden dat u een Hippeastrum hebt?
Betsy